Categorie archieven: Geluk

Dichtbij

“Zijn je voeten een beetje wakker?”

“Je voeten dragen een kostbaar bolwerk dat jou helpt in verbinding te zijn met de wereld. Bedank je voeten voor hun harde werk.”

Dit lees ik net en dat is heel erg grappig. Want ik denk nooit aan mijn voeten. Maar vanmorgen wel!

Ik werd wakker voor de wekker en je weet op zo’n moment nooit hoeveel tijd je nog hebt voor het alarm gaat. Soms is het een half uur, soms maar een minuut. Ik probeer dan zo gauw mogelijk op te staan, want mijn wekker staat op kwart voor zes en Tim wil er dan nog lang niet uit. Dus daar lag ik te vechten tegen de slaap. Maar alleen mijn hoofd was wakker, mijn lijf nog niet. Spontaan begon ik mijn voeten en tenen te bewegen om mijn lijf te activeren. En verrassend genoeg werkte dat! Mijn benen voelde ik eigenlijk helemaal niet, er zat bijna geen leven in. Toch droegen ze me het bed uit en naar beneden. Waar ik zojuist op de bank genesteld met een kopje thee, het stukje over voeten las!

Dat ik net vanmorgen aan mijn voeten dacht, is natuurlijk niet helemaal toevallig. Dat boek wat ik lees gaat namelijk over leren voelen wat er in je lijf gebeurt. En wat je leest, ja, dat beïnvloedt wat je doet. Bij mij tenminste wel. En gelukkig maar. Want het voelde heel goed, dat voetenwiebeltje op de vroege ochtend. Daarna liep ik extra bewust mijn rondje hondje. En mijn onderstel waardeerde dat met een prettige tinteling in de benen toen ik weer thuis was.

Overigens komt het citaat wel uit een zweverig boek. In “Chakra’s en de nervus vagus” wordt aan de lopende band een “doctor” geciteerd die zich heeft bekwaamd in de chakra-leer. Daar word ik dan een beetje argwanend van, de schrijfster doet in https://deboekentas.nl/over-ons-deboekentas-nl/die passages een beetje denken aan de groupie van een sekteleider. Maar ik had het boek bij De boekentas gekocht omdat ik de nervus vagus interessant vind, een zenuwnetwerk dat je hersens met al je organen verbindt.

Vorig jaar kreeg ik een filmpje over de nervus vagus (hieronder) waarin ook een hele waardevolle ademhalingsoefening werd uitgelegd. Daarmee kan ik nu dieper ademhalen dan ik ooit voor mogelijk hield en als je hele bovenlijf zich dan met lucht vult, dan voel je ook echt dat het goed voor je is. Ademhalingsoefeningen vind ik al gauw een beetje ongemakkelijk, het voelt zo geforceerd. Voor deze oefening moet je ook iets onnatuurlijks doen, maar dan gaat het daarna ook helemaal vanzelf.

Zweverig boek of niet, voor mij is het sowieso belangrijk te leren om meer aandacht voor mijn lijf te hebben. Ik zit altijd in mijn hoofd. Ik lees, luister, schrijf, praat, computer. Maar ik kijk niet goed om me heen en ik voel mijn lijf nog minder. Dat lijf kan tenslotte niet praten. Het kan alleen om mijn aandacht vragen, door een pijnsignaal te geven. En zelfs daar luister ik vaak niet zo goed naar. Een mooi voetenvoorbeeld is die keer dat ik meedeed aan de Nacht van de Vluchteling. Ik liep midden in nacht ruim veertig kilometer van Nijmegen naar Arnhem en pas na tien kilometer ontdekte ik dat de irritatie in mijn linker wandelschoen te danken was aan een kersenpit die was meegelift vanaf mijn ouderlijk huis. Ik vond dat toen heel erg grappig. Maar als je beseft dat het dus uren duurde voor ik naar de signalen van mijn voet luisterde die aangaven dat er iets mis was in mijn schoen, dan is dat eigenlijk Niet Zo Best…

Gisteren kreeg ik nog een waarschuwing dat ik mijn aandacht niet op ver-van-mijn-bed-shows moet richten. Via Facebook had ik iemand gevonden die vijftien jaar oude filmpjes van mijn handycam kon halen. Ik had geen idee meer wat erop stond, maar gisteren kreeg ik wat korte filmpjes en tussen mijn klunzige opnames van onze schattige kleine kindertjes zat ook een filmpje waarin ik vol agitatie vertel dat het kabinet is gevallen over Uruzgan. Het was februari 2010 en terwijl mijn dreumes af en toe nieuwsgierig het beeld in scharrelt om te kijken waar mama het toch over heeft, ligt mijn baby in de box schattig te pruttelen. En ik ben vol van iets wat ik me nu niet eens meer kan herinneren zonder google! Ik zag de parallel toen ik gisteravond mopperend over Israël en de toekomstperspectieven van vier vrij te laten gijzelaars mijn bed in stapte. Toch stom, dat ik zo vol kan zijn van de waan van de dag, ten koste van alles wat concreet en dichtbij is. Zoals die leuke vent bijvoorbeeld die mijn bed deelt.

Dankzij De Correspondent wist ik best dat nieuws een vertekend beeld van de wereld geeft. Dat het belangrijk is om niet alleen te kijken naar wat er nu, vandaag, gebeurt, maar ook naar het fundamentele, de structurele ontwikkelingen daaronder. Maar mijn eigen filmpje van vroeger gaf me een nieuwe kijk op mijn persoonlijke beleving van een dag. En daarom begreep ik ineens dat ik gisteren boos en verdrietig mijn bed in aan het stappen was om iets wat ik een fractie voor het slapengaan las, terwijl mijn dag lang en prettig was geweest. De laatste tijd ben ik aan het leren hoe belangrijk het is om te letten op wat ik eet en drink. Omdat het beïnvloedt hoe gezond ik me voel. Maar welke leeskeuzes ik maak is blijkbaar net zo belangrijk!

Kortom, op dat zweverige boek van mij is van alles aan te merken. Maar het brengt me wel iets prachtigs: een fijne, hernieuwde kennismaking met de lichaamsdelen die het verst van mijn hoofd af liggen. Vandaag sta ik op goede voet met mezelf!

Voornemens

De Aymara vinden dat hun verleden vooruit ligt en de toekomst verborgen is achter hun rug. Ik denk dat dit een mooie manier is om naar tijd te kijken. Want nu ik zo het einde van het jaar nader, heb ik best zin om op mijn gemakje op de grond te gaan zitten en mijn schatten uit het verleden voor me uit te stallen. Dichtbij het recente verleden, verder weg wat langer terug is; niet meer zo goed zichtbaar, maar zeker nog wel aanwezig. Heel fijn en nuttig om het mooie te koesteren wat ik heb gezien en geleerd de laatste tijd.

Natuurlijk bieden in het verleden behaalde rendementen geen garanties voor de toekomst. Zeker nu oorlog en klimaatveranderingen ons omringen. Ik wil helemaal nog niet weten wat me van achteren gaat overvallen in het nieuwe jaar. Maar als ik kijk naar mijn verleden vanuit de vraag waar ik blij van ben geworden en wat goed was, dan biedt dat echt wel aanknopingspunten om dat stukje van mijn toekomst wat binnen mijn bereik komt mooi vorm te geven.

2024 is het jaar van de Draak en dat is mijn Chinese astrologieteken, dus ik begon er vol verwachting aan. Naarmate het jaar vorderde begon ik stilletjes te mopperen, want zo geweldig was het helemaal niet. Geen spannende veranderingen, geen nieuwe stippen op de horizon, alles bij het oude en mijn man ziek thuis. Een jaar om gauw te vergeten. En toch sta ik hier nu voor de drempel naar 2025 als een ander mens. Zo zie je maar. De grootste veranderingen voltrekken zich ongemerkt.

Ik begin het komende jaar in ieder geval gezonder dan het vorige. Want rond de tijd dat mijn oudste kind begon met drinken, ben ik juist gestopt met alcohol. Eerst min of meer voor een tijdje, maar nu taal ik er eigenlijk echt niet meer naar en drink ik helemaal niet meer (tenzij het per ongeluk misgaat, zoals op Tweede Kerstdag, toen dat alcoholvrije biertje bij de Forest Shuffle wel erg lekker smaakte en gewoon een zesprocenter bleek te zijn). In het najaar ben ik drastisch geminderd met suiker en deze december heb ik zelfs mijn koffie consumptie tot een kopje per dag beperkt (echt een aanrader wat mij betreft). Mijn ‘nee’ spier wordt blijkbaar echt sterker als ik hem vaker gebruik. Maar ik moet ook wat credit geven aan Allen Carr, want zijn theorieën om van het roken af te komen (22 jaar geleden al gelukt) zaten bij alles waar ik dit jaar mee ben gestopt of geminderd in mijn hoofd. Zijn boek is trouwens geüpdatet voor mensen die willen stoppen met vapen.

Ondertussen begin ik straks niet alleen gezonder aan het nieuwe jaar, ik voel me ook echt gelukkiger. Ik heb mijn aandacht verlegd van wat ik niet leuk vind naar waar ik blij van word. En dat blijkt zomaar het geheim voor een gelukkig leven. Want ineens zijn er een heleboel oude stippen op de horizon verdwenen. Ik hoef me niet meer te bewijzen. Ik snak niet meer naar avontuur en afwisseling. Ik handel niet meer uit angst om te verliezen wat ik heb. Ik geniet gewoon van het hier en nu. De seizoenen. De natuur. Mijn man en kinderen. Familie en vrienden. En ik zie dat het ondanks een paar dieptepunten een heel goed jaar was.

Als ik dan toch nog wat mag wensen voor het nieuwe jaar, dan zou ik best de loterij willen winnen. Is het de hoofdprijs, dan zou ik wel een creatief centrum willen facikiteren. Zonder winstoogmerk. Waar creatieve Texelaars die met hun handen en hart werken hun vaardigheden kunnen doorgeven aan jong en oud. De afgelopen jaren heb ik namelijk veel bijzondere creatieve vrouwen ontmoet die meer ruimte zouden mogen krijgen om hun kunde over te dragen. Ik merk dat ik mezelf zo makkelijk kwijtraak als ik televisie kijk of in sociale media blijf hangen. Als ik mezelf even wil vergeten is dat fijn, maar de tijd vliegt voorbij. Terwijl tijd vertraagt en ik mezelf juist terugvind als ik offgrid met mijn handen aan het werk ga. Die momenten onthoud ik ook veel beter. Of ik nu iets naai of een pot bak of met metaal werk, teken of schilder of een beeldhouwwerk maak. Of het nu mooi wordt (onwaarschijnlijk, ik ben helemaal niet visueel ingesteld) of superlelijk is (gelukkig helemaal niet erg als je blij was met het proces), het ontspant me. Het blijkt altijd de tijd waard die ik er in heb gestopt. Ik denk dat het goed zou zijn als meer mensen vaker met hun handen zouden werken.

De loterij zal ik wel niet winnen, ik mag me zo al heel gelukkig prijzen. Dus dat creatieve centrum, tsja. Waarschijnlijk zit zo’n investering in een betere wereld er voor mij niet in. Het komende jaar kan ik nog wel wat investeren in mijn eigen levensvreugde via die van mijn kinderen. Met een creatieve workshop hier of daar. Hopelijk in ieder geval die voor familie van Paulien Valk. Of met een cursus dansen, muziek of zingen. Artex heeft in het nieuwe jaar meer mogelijkheden voor mensen met een beperkt budget. En wist je dat er ook een Artex kadobon is? De peuter cursus muziek en dans is geweldig. Echt jammer dat mijn kinderen al zo groot zijn. Maar ik heb uit goede bron vernomen dat er in het nieuwe jaar een hele leuke theaterdocent aan de slag gaat. En heel misschien krijg ik zelfs wel tijd om zelf een cursus te gaan doen. Komend jaar meer plezier? Ik begin maar eens hier!

Wachten

Zaterdagmorgen stond ik ineens in de keuken kerstliedjes te zingen met mijn dochter. Zo zat ze te wachten op de trap tot ze opgehaald zou worden voor een weekendje weg, zo klonk daar ineens ‘stille nacht’ door de kamer. Natuurlijk begon ik mee te zingen, ik ben dol op kerstliedjes. We zochten er de tekst bij en gooiden naast elkaar staand bij het aanrecht de ene na de andere bekende melodie de lucht in: “De herdertjes lagen bij nachte”, “nu zijt wellekome”, “er is een kindeke geboren”, “gloria in excelis deo” en mijn allerallerliefste “hoe leit dit kindeke hier in de kou”…

Laatst schreef ik al eens over het verbinden van heden en verleden en hoe bijzonder en fijn dat voelt. Kerstmis is eigenlijk ook zo’n ideaal moment om al die vieringen uit het verleden met het hier en nu en de jaren die nog gaan komen te verbinden. Het maakt deze dagen extra speciaal. Het is ook zo’n universeel feest. Of je nu christelijk bent of niet, iedereen kan zich blij voelen met Kerstmis. Want het is natuurlijk gewoon een feest van hoop. We vieren dan wel de geboorte van Jezus, maar staat hij niet stiekem symbool voor de geboorte van ieder kind? Elke nieuwe baby heeft de wereld nog aan zijn voeten, kan nog uitgroeien tot een messias, een Einstein, een Obama, een Jane Austen of een Beyoncé. Elke nieuwe generatie geeft de mensheid een kans om het beter te doen. Kinderen staan puur en oprecht in de wereld. En dat geeft volwassenen hoop en inspiratie. Het maakt blij.

36815706 – illustration of stickman kids celebrating diversity

Mijn kinderen maken me erg gelukkig. Hoeveel werk het moederschap me ook kostte de afgelopen jaren, hoeveel werk het ook nog is nu ze groter worden (en meestal ook niet het leukste werk), het is heerlijk om ze te hebben. En niet alleen mijn eigen kinderen geven zulke vreugde. Bijna alle kinderen maken me blij. Omdat ze zo eerlijk zijn. Omdat ze nog zo goed om zich heen kijken, zo leergierig zijn, en nog zoveel te ontdekken hebben. Omdat ze zo graag goed willen doen. Zo’n zuiver gevoel voor rechtvaardigheid hebben. En omdat hun verdrietjes nog zo makkelijk op te lossen zijn. Door hun ogen kijk ik zelf ook weer met frisse blik naar de wereld. Ik herbeleef mijn eigen fijne jeugd. En als moeder doe ik heel veel dingen die me ook als volwassene gelukkig maken, zoals dus kerstliedjes zingen!

Ik denk niet dat ik hierin de enige ben. Volgens mij hebben kinderen dat effect op de meeste volwassenen. De kleintjes zijn extra schattig omdat ze zoveel zorg nodig hebben om veilig groot te kunnen worden. En ook veel aandacht. Dat geeft ze houvast in hun latere leven. Zodat ze zelf ook weer hechte banden met andere mensen aan kunnen gaan.

Ik zie wel dat onze schattige kinderen tegenwoordig ‘concurrentie’ krijgen van internet. Als mensen ergens staan te wachten, zijn ze soms helemaal niet meer met (hun) kinderen bezig, maar met hun telefoon. De kinderen hangen er verloren bij of worden afwezig weggewuifd, totdat ze oud genoeg zijn om zelf ook als een zombie op hun telefoon te staren. Ik probeer dit zelf te vermijden. Want dat is niet best hoor. Al dat onderzoek naar de schadelijke effecten van smartphones op onze jeugd is leuk en aardig. Maar het begint natuurlijk met de schadelijke effecten van internettende ouders op de sociale vorming van onze jongste kinderen.

En ik weet het, ik heb makkelijk praten. Ik had die fijne jeugd. Met een vader en moeder die me aandacht gaven in plaats van televisie. En je doet wat je kent. Dus natuurlijk vind ik aandacht voor kinderen heel belangrijk en fijn. En als ik twee volwassenen in een snackbar op hun telefoon zie, terwijl hun schattige peutertje er als een zombie naast zit, vind ik daar wat van. En natuurlijk is dat eigenlijk helemaal mijn zaak niet. Er is vast ook wel aandacht op een ander moment. Toch zeg ik er vandaag iets over. Want stel je voor, Maria en Jozef in de stal, volledig opgeslokt door Instagram. En de drie Koningen geven geen mirre, maar misschien nog net een like vanaf hun Oosterse troon. Zou Jezus in zulke omstandigheden een ‘verlosser’ zijn geworden?

Nog even dan

Een van mijn allerliefste bezigheden in de wereld is voorlezen. Of er nu een peuter, kleuter of schoolkind naast je zit, het is altijd fijn om samen in een boek te duiken. Dus toen ik afgelopen week een pleidooi voor voorlezen in de krant zag, dook ik meteen mijn boekenkast in om mijn favoriete voorleesboeken op te zoeken. Want ja, ik vind het ook: voorlezen is belangrijk. Niet omdat je kind ‘er een grotere woordenschat van krijgt’. Bleh. Dan klinkt het verstandig, als een ‘moetje’. En voorlezen is juist als dat lievelingsgebakje of dat voortreffelijke eerste wijntje: instant feelgood. Voor de lezer en de luisteraar.

Als je het mij vraagt geeft voorlezen je kinderen trouwens geen woordenschat, maar kennis. Je kind groeit sociaal en emotioneel als je voorleest. Begin op peuterleeftijd, en je geeft je kind een voorsprong op het leven. Daarom gaan kinderboekjes volgens mij zo vaak over bedtijd, gehoorzamen, eten, zindelijkheid enzovoort. Samen over deze ‘moeilijke’ dingen lezen, geeft grip. En het werkt ook bij de grotere kinderen! Is er een ingewikkelde situatie op school? Dan kan ik vaak een lijntje trekken naar een soortgelijke situatie in een boek dat we samen lazen. Zelfs tegenslag wordt dragelijker als je mooie boeken leest over zielige kinderen.

Mijn moeder heeft mij als peuter en kleuter heel veel voorgelezen. Toen we groter werden, las mijn vader mijn zusjes en mij in vakanties Het Jungleboek voor en Kim van Rudyard Kipling (eigenlijk helemaal geen kinderboek, maar we vonden het geweldig). Vaker verzon hij ook zelf loeispannende verhalen voor ons. Dat kan ik helaas niet. Maar ik las wel eindeloos prentenboeken met mijn peuters en verhaaltjes met mijn kleuters. Als andere volwassen dan zeiden dat ze hun grotere kinderen nog voorlazen klonk dat ergens een beetje raar. En toch, toen ik zelf in die fase kwam, bleek het eigenlijk heel logisch en natuurlijk om samen te doen, zo aan het einde van de dag. Dit las ik mijn kinderen van 6 tot en met 9 jaar voor. En dit las ik met mijn grote kinderen.

Dat ik zoveel plezier in voorlezen heb, komt vast en zeker ook omdat we thuis altijd zulke prachtige boeken lazen. Mijn moeder is pedagogisch opgeleid, heeft altijd met kinderen gewerkt en is superkritisch als ze kinderboeken kiest (ze stuurt me nog steeds af en toe recensies van bejubelde nieuwe kinderboeken, zoals de bijzondere collectie stripboeken van Cerise). Van haar leerde ik dat niet alle kinderboeken geschikt zijn. Sommige boeken lijken voor kinderen, maar zijn eigenlijk gewoon schaamteloos voor volwassenen (de geweldige boekjes over mejuffrouw Muis bijvoorbeeld). Laat je dus niet zomaar foppen door de jeugdsectie waar de bieb het boek plaatst!

Ik zie je in de beken,
ik zie je in de stenen.
Ik zie je in een berg
die door het maanlicht wordt beschenen.
Ik zie je in de hemel,
in het grijs en in het blauw.
Overal en nergens zie ik jou.’

Sommige boeken hebben wat onhandige constructies maar prachtige plaatjes die alles goedmaken, zoals Johanna in de trein. Sommige boeken hebben al dan niet vreselijke platen, maar prachtig zingende teksten (wat Bette Westera schrijft klinkt altijd als een klok). En sommige boeken zijn gewoon stom. Doe die gerust meteen weg. Dan blijft er meer ruimte over voor de pareltjes!

Toch nog even terug naar die woordenschat: Gevoel voor taal krijgen kinderen niet (alleen) door te lezen, maar (vooral ook) door heel veel te zingen. Ook daar zijn prachtige boeken voor. Bij mij thuis waren deze favoriet:

Wil je zelf ook meer voorlezen aan je kinderen van 0 tot 6 jaar en geven mijn tips je niet genoeg houvast? Doe dan mee met de Voorleeschallenge en sorteer alvast voor op de De Nationale Voorleesdagen 2025.

Geen zin meer in voorlezen? Lees deze boeken lekker zelf!

Vrij

De dagen worden korter, temperaturen dalen en de bomen worden langzaam maar zeker kaal. Ik hou van dit seizoen. Guur buiten, ik behaaglijk in mijn stevige huis met gezellige kaarsjes en fijne warme truien om in weg te kruipen. Voor mij geen winterdepressie. Toch schiet ik dit jaar in de stress terwijl de dagen voor mijn gevoel steeds sneller voorbij vliegen.

Voor ons gezin is nu de drukke helft van het jaar aangebroken. Met Sint Maarten, Sinterklaas, Ouwesunder, Kerst, Oud & Nieuw, en 5 verjaardagen. Pas na Valentijnsdag valt de druk een beetje weg. Normaal gesproken vind ik het leuk, al die heugelijke momenten om naar uit te zien. Maar dit jaar heb ik minder geld en tijd om er iets leuks van te maken dan voorgaande jaren. En ik word ouder, ik heb ook minder energie. Dit jaar hangen de aanstaande feestelijkheden als een last om mijn schouders die elke dag een beetje zwaarder begint te wegen.

Hoe los je zoiets op? Ik begin met een pas op de plaats.

Want het is best raar, dat ik me in het hier en nu, vandaag, gespannen voel, alleen maar door vooruit te kijken. Er strekt zich een weekend vrij van verplichtingen voor me uit, en dat zie ik niet eens meer. De angst dat ik het de komende maanden niet ga redden om mijn gezin fijne feestdagen te geven, verlamt me. Waardoor er niets meer uit mijn handen komt. Ik zit op de bank te scrollen op mijn telefoon, op zoek naar een snelle fiks. En met elke scroll wordt de kans dat ik het inderdaad niet ga redden weer een beetje groter.

Eigenlijk weet ik ondertussen dondersgoed dat het probleem hem niet in het geld, de tijd, of mijn energie zit. We hebben dat alles tenslotte niet (te) weinig, we hebben gewoon een beetje minder. En echte vreugde komt helemaal niet van een duur kado. En ook niet van een grote tijdsinvestering of een opgeruimd huis. Vreugde komt van echte aandacht voor elkaar. En die is gratis. Het enige wat ik nodig heb om een vreugdevol moment met elkaar te creëren is een ontspannen hoofd en hart op het moment waar het om gaat.

Dus waar is dat ontspannen hoofd en hart gebleven en hoe vind ik het terug? Het zien van het probleem in al zijn facetten is al de oplossing. Even geen internet meer voor mij. Vandaag zet ik mezelf in de vrij.

Verrukkelijk

Mijn ouders kunnen allebei heel goed koken. Het is niet hun vak, ze doen het gewoon graag. Al hun hele volwassen leven. En dat proef je! Van romige koningskip met paprika tot de beste spaghetti Bolognese, van Haagse bluf tot chocoladekastanjetaart en Bûche de Noël en van de ultieme tomatensoep naar verrukkelijke vegetarische Ottolenghi-recepten. Het is altijd een verrassing wat ik thuis krijg voorgeschoteld. Maar als ik weet dat ik thuis eet, loopt het water me bij voorbaat in de mond.

Als kind van zulke ouders weet je aanvankelijk niet beter. Dan denk je “bah, spinazie” en hebt geen idee dat de spinazie thuis toch heel wat beter smaakt dan wat er op andere keukentafels wordt geserveerd. Misschien dat ik daarom niet graag kook. Als je opgroeit, ontdek je dat jouw eigen spinazie niet deugt. En dat ik weet wat er mist, heeft op de een of andere manier bij mij nooit geleid tot een zoektocht naar mijn eigen culinaire walhalla. Zo is het bij mijn ouders denk ik wel begonnen. Ik heb de indruk dat die in hun jonge jaren avond aan avond nieuwe recepten probeerden. Nu eens de een, dan de ander, soms samen. En tsja, oefening baart kunst. Als je iets heel vaak doet, word je er goed in. Niet vanzelf, juist door vallen en opstaan.

Dan is er ook nog zoiets als aanleg. Want dat mijn moeder goed kan koken, snap ik best. Ze is heel handig en praktisch van nature. In een banketbakkerij geboren. En haar eigen moeder kon ook erg lekker koken. Eten was belangrijk bij haar thuis. Er was altijd genoeg, het smaakte altijd goed. En ja, als je dan verliefd wordt op een man die het bijzonder waardeert als het lekker smaakt wat je op tafel zet, dan is dat natuurlijk ook een geweldige stimulans om je kookkunsten te perfectioneren. Niets dankbaarder dan het tevredenstellen van een kritische eter.

Mijn vaders kooktalent ligt wat minder voor de hand. Hij is te verstrooid om uitgesproken handig te zijn. En beslist niet praktisch. Wel groeide hij op boven de groentewinkel van zijn opa. Daardoor weet hij precies wanneer groente op zijn best is. En wat de lekkerste aardappelen zijn. Maar zijn moeder kon echt niet goed koken. Haar talent om eten aan te laten branden sloeg een generatie over en nestelde zich tevreden in mij. Spruitjes, boerenkool, rijst, aardappels, pannenkoeken, macaroni, ik krijg het allemaal regelmatig zwartgeblakerd uit de pan (nu ik er over nadenk, heb ik eigenlijk alleen bij oranje en rode groentes redelijk succes. Wortels en bietjes gaan altijd goed?). En ik serveer net als mijn oma soms te weinig eten. Dat gebeurt mijn ouders eigenlijk nooit. Misschien omdat hun tafel altijd vol staat met talloze lekkere kleine bijgerechtjes.

Mijn ouders koken heel verschillend. Mijn vaders appelmoes is glad als gesmolten goud, die van mijn moeder robuust met stukjes appel en rozijn. Allebei heerlijk, al vinden ze die van de ander natuurlijk allebei te min :). Mijn moeder heeft heel veel kookboeken, volgt de recepten trouw. Ze kookt met de seizoenen mee en maakt een feestje van verjaardagen en alle mogelijke vieringen.

Vroeger bakte ze wel eens een taart voor een jarige vriendin en dan een kleintje erbij voor ons. Want het is natuurlijk niet eerlijk als de hele keuken naar appeltaart geurt en jij er niets van mag! En ze maakte een plaatkoek of shortbread voor de hele school als we musical hadden. Tegenwoordig bakt ze iets lekkers als de kruidentuin open dag heeft. Verrukkelijke taarten voor mijn tigste trouwdag. En vaak neemt ze zelf lekker eten mee als ze op bezoek komen.

Mijn vader kookt meer intuïtief en bij vlagen. In het asperge seizoen wacht hij bijvoorbeeld tot de perfecte asperges in de winkel liggen, haalt de beste ham bij de slager, zoekt de mooiste aardappels uit en tovert een feestmaaltijd uit de pan, gewoon omdat zijn hoofd ernaar staat. Ze wonen ver weg, dus tegenwoordig loop ik deze onverwachte culinaire hoogstandjes vaak mis. Soms komt hij gelukkig ook wel eens iets lekkers bij ons koken. Zo toverde hij vorig jaar een hemels gerecht uit mijn Crockpot met het verse varkensvlees van hoeve St. Willibrord, het recept met brood en feta uit Smaken van de Griekse Zagori (dat ik hem ooit voor zijn verjaardag gaf) en de ingrediënten die er in mijn beperkte keuken toevallig voorhanden waren.

Mijn hele gezin geniet van het lekkere eten dat mijn ouders op tafel toveren. Jammer genoeg zet ik hen zelf bijna nooit iets echt verrukkelijks voor. Ik ben te verstrooid, buitengewoon onhandig. En als het erop aankomt, vind ik koken gewoon niet leuk genoeg. Ik kan het een beetje, want mijn ouders hebben hun best gedaan het me te leren. Maar ik hou er niet van. En ik heb het mijn kinderen tot dusverre ook niet of nauwelijks bijgebracht. Ik troost me met de gedachte dat het best heel goed mogelijk is dat die als ze eenmaal op eigen benen staan het kookplezier van hun grootouders in zichzelf ontdekken.

En misschien, misschien, is het zelfs voor mij nog niet te laat? Mijn man kookt op het moment niet of nauwelijks, dus ik moet elke avond zelf aan de bak. Hoe vervelend ik dat ook vind. Ook bij mij baart oefening kunst, want ik begin eindelijk te leren hoe ik moet voorkomen dat mijn eten aanbrandt. En nu ik snoep en chips probeer te laten staan, stel ik hogere eisen aan wat ik dan nog wel kan eten. Ineens sta ik te variëren bij de spruitjes en verschijnen er zijgerechtjes op de keukentafel. Wie weet, wie weet, of ik vanavond niet zomaar, per ongeluk, alsnog iets heel verrukkelijks eet!

Gelukkig

Mijn grootste angst als opgroeiende tiener was saai zijn. Als ik mag kiezen, ben ik het liefste thuis. Op de bank met een goed boek, kaarsjes aan. En ik ben ook nog eens vreselijk braaf. Dat is natuurlijk niet wie je als tiener wil zijn. Dus in mijn puberteit verfde ik mijn haar, ging stiekem roken, dronk graag alcohol. Verder ging het nooit, want ja, je bent nu eenmaal wie je bent. En later ontdekte ik dat ik eigenlijk zo saai nog niet ben. Omdat ik altijd mijn eigen morele kompas volg. En omdat ik van chaos hou. Als ik onrecht bespeur of denk dat ik iets moet doen voor een ander, dan laat ik de stofzuiger staan en pak ik de boodschappen niet uit. En het resulterende altijd wat rommelige huis was in mijn hart direct gekoppeld aan zelfstandig en origineel zijn. Vooral Niet Braaf. Niet Saai. Ik hield ervan.

Mijn man nam het voor lief en mijn kinderen gedijden prima in de chaos. Maar een opgeruimd huis is wel een stuk makkelijker bij te houden dan een gezellig ontplofte variant. Toen we er een harig hondje bijkregen en de kinderen slierten kritische tieners mee naar huis begonnen te nemen, gaf mijn gebrek aan routine steeds vaker frustratie. Dus kocht ik twee jaar geleden een Gouden Gewoonte Journal.

Doel was mijn huishouden beter op de rit te krijgen. En dat is best goed gelukt. Ik heb wat meer houvast omdat ik nu een lijstje met vaste dingen in mijn hoofd heb die ik op mijn vrije dagen in ieder geval wil doen (de toiletten, de planten). En ik maakte een schuifbordje om me te helpen herinneren aan die tijdrovende dingen die ik liever niet doe, maar die meteen gedoe geven als het te weinig gebeurt (zoals de was, op de een of andere manier word ik veel blijer van het verplaatsen van zo’n schuifje dan van het vouwen van die stapel schone handdoeken).

Door de Gouden Gewoonte Journal ben ik gezonder gaan leven. Ik dronk al weinig, maar ben nu helemaal gestopt met alcohol en dat is praktisch en fijn. Ik ga vroeger naar bed, geniet van bewegen en eet meer fruit. Maar mijn Gouden Gewoonte Dagboek bracht me meer. Het helpt je namelijk niet alleen nieuwe gewoontes in te voeren en slechte gewoontes af te leren. Het helpt ook om tevreden te zijn met wat je hebt. Dat komt door een dagelijks terugkerend lijstje vragen. Voor mij bleek dit het allerbelangrijkste onderdeel:

Bij de vraag over dankbaarheid vulde ik steevast dingen in die niet verkeerd waren gegaan omdat ik iets goed had gedaan. En als ik dan moest invullen waar ik me voldaan over voelde, was mijn kruit al verschoten. Ik ontdekte dat ik helemaal niet wist waar ik dankbaar voor kon zijn. Dat heb ik de afgelopen twee jaar geleerd. Ik leerde mijn dankbaarheid voor mooi weer kennen, voor prachtige natuur en ik ontdekte dat ik weliswaar graag alleen ben, maar dat mijn dankbaarheid toch erg vaak blijkt te draaien om mensen. De onverwachte ontmoeting met een markant persoon. Prettig samenwerken. Mijn kinderen als ze een dag gelukkig zijn. Sartre zegt ‘L’enfer c’est les autres’ en dat vond ik altijd prachtig en herkenbaar. Maar door de Gouden Gewoontes Journal ontdekte ik dat andere mensen de hel meestal helemaal niet zijn, ze maken het leven juist net een beetje mooier.

En toen vond ik deze zomer via Facebook een boek over geluk. Ik las dat het negatieve van nature beter in ons geheugen blijft hangen. Dat schijnt een biologische oorzaak te hebben, iets met overleven in de oertijd. En het is dus normaal dat je aanslaat op angst, op gebrek, op afwijzing. Je moet zelf iets extra’s doen om het leven positief te zien. Het is niet eens heel moeilijk, maar je moet het wel weten: als je iets moois of prettigs meemaakt, moet je het 10 tot 12 seconden bewust ervaren en opslaan in je geheugen.

Dus wandel je met de hond door adembenemend mooie, zonovergoten weilanden, dan kun je ‘mooi’ denken. En dat is stap 1. Je bent dankbaar voor iets positiefs. Maar die gedachte en dat gevoel is ook net zo snel weer verdwenen als het in je opkwam. Pas als je even stil gaat staan, om je heen kijkt, luistert naar de geluiden, ervaart wat je lichaam op dat moment voelt en indrinkt wat je ogen zien, dan sla je het in je geheugen op. Doe dat! Want daarna kun je dat geluksmoment net zo makkelijk oproepen als negatieve gebeurtenissen die zich vanzelf in je geheugen griffen. En hoe vaker je geluk opslaat, hoe makkelijker het wordt. Zo blijft er steeds minder plek over in je hoofd en je hart voor het negatieve.

Toen ik de technieken uit Geheugen voor Geluk van Rick Hanson eenmaal ging toepassen, werkte het meteen. De afgelopen weken is mijn leven met grote sprongen gelukkiger geworden. Ik ben een ander mens en mensen die ik ontmoet gedragen zich anders tegen mij. Ik leg andere prioriteiten, doe andere dingen.

Natuurlijk probeerde ik mijn ontdekking meteen te delen met andere mensen. Maar dat lukt niet goed. En ik denk dat ik weet waarom. De technieken om geluk te onthouden werkten bij mij vooral zo onmiddellijk omdat ik al twee jaar oefen op dankbaar zijn. Daar begint het allemaal mee. Pas als je beseft dat je dankbaar bent, kun je het opslaan als geluksgevoel. En laten we eerlijk zijn: wie voelt zich tegenwoordig nog dankbaar? Ik weet dat ik zelf veel te druk was met bang zijn, met wat ik niet had, met wat er beter moest. En jij?

Er is altijd iets om dankbaar voor te zijn

Troosteloos en verlaten

Ik ben dol op verhalen. Maar geef mij dan maar liever wel iets met een goede afloop. Of het nu een film is of een boek. Want dat het leven vol verdriet zit, dat weet ik allang. Je hoort en ziet het aan de lopende band om je heen. En dat vind ik erg. Altijd. Daarom zoek ik ontspanning in iets vrolijks, romantisch, met misschien een heel klein beetje spanning of verdriet in de loop van het verhaal, maar vooral graag zonder tragisch einde, dank u wel.

Dus toen mijn man besloot My Girl te kijken met de kinderen, maakte ik me als de wiedeweerga uit de voeten. Ik had de film nog nooit gezien (zie boven) want wist wel dat ‘ie niet goed afliep. Ik wachtte huiverend tot de film zijn onheilspellende loop had gelopen en mijn ontroostbare kinderen zich over me uit zouden storten. En ja, dat moment kwam heus. Maar ze deden dat elk op hun eigen manier. En al met al was het ook weer niet super dramatisch. Ze kwamen even uithuilen, maar tot mijn verbazing waren ze vooral nogal vol van de prachtige film. Het was zowaar een mooie ervaring. Chapeau voor de echtgenoot :).

De film wil ik echt nog steeds niet kijken, maar vandaag heb ik zelf per ongeluk ook ondervonden hoe mooi en ontspannend en verrijkend iets treurigs kan zijn. De middag begon geweldig met de ontdekking van de prachtige Hoornder Vermaning. Ik kan er niet over uit dat ik hier nog nooit was geweest?! Maar o, o, wat stond me daar te wachten.

In dit idyllisch verstopte schuilkerkje uit 1660 bracht het gelegenheidstrio (?) Sprank vanmiddag moderne jazz. Met Sylvia Maessen op contrabas, Suzan Veneman op trompet en Hans van der Maas op accordeon. Ik hou al een jaar of drie van klassieke jazz, maar ben niet zo modern, dus ik wist niet echt wat ik ervan moest verwachten.

Het trio begon met een paar mooie composities van Sylvia Maessen. Die heetten huh 1 t/m huh 7 en dat was leuk, want er zaten ook echt huh? momentjes in. Toen mengde het trio er hier en daar een sfeertje van Hans van der Maas door. Hij noemde het sf’tjes (blaas het je mond uit). Alom gelach, maar de sf 1 ging me meteen door merg en been. Hij componeerde deze muziek toen hij op een februaridag kleine zwanen hoorde zingen, ieder met een eigen stem, als een gesprek. Ik verwachtte iets sierlijks, melodieus. Zoals zwanen eruit zien. Maar terwijl zijn accordeon een verrassende dialoog van doordringende, desolate kreten weefde met de trompet, zag ik geen mooie zwanen, maar het barre, verlaten winterlandschap op Texel voor me. Ik ging op in de muziek en mijn herinneringen aan voorbije winters. En ik denk dat ik het eiland in de winter nooit meer met dezelfde ogen zal bekijken. Ik zal me vast niet meer gauw naar mijn warme gezellige huisje spoeden, maar juist met hart en ziel van de verlatenheid genieten. Hoe bijzonder is dat?

Ook de teneur van sf 2 was niet vrolijk, maar de compositie paste perfect bij het schilderij van een kwelderlandschap dat we al langere tijd van Kunsthal 45 lenen. Bij sf 4 kon ik mijn voeten bijna niet stilhouden, dat was een prachtige, sprankelende vrolijke. Maar een van de latere sf’tjes was precies de zee. Eb en vloed. In mijn oren treurig, diep, maar! Maar! het was NIET akelig. Het was juist prachtig. Ook de vier elementen van Suzan Veneman waren niet vrolijk, niet romantisch, en toch genoot ik. Toen we na een uur weer buiten stonden was ik moe maar gelukkig. En ik geloof zowaar werkelijk dat verdriet vanaf nu net iets minder naar voor me is.

Zaaien en oogsten

Mindfulness is zeg maar niet mijn ding. Ik zie heus wel dat het zen kan zijn om lang en aandachtig stil te staan bij wat je doet. En ik was er echt van onder de indruk hoe rustig en tevreden mijn logerende jeugdvriendin vorig jaar aan mijn keukentafel tomaten zat te snijden terwijl ik jachtig en gehaast, bijna vijandig mijn tomatenberg een kopje kleiner probeerde te maken. Ik kan me heel goed voorstellen dat zij makkelijker en dieper ontspant naarmate ze vaker zo rustig en sereen het avondeten bereidt.

Maar haar pad is het mijne niet. Ik probeer nu al anderhalf jaar haar rust in kleine huishoudelijke werkzaamheden te evenaren: het lukt me niet. Ik werk nu eenmaal liever met mijn hoofd dan met mijn handen. En ik kijk nu eenmaal altijd naar het grote plaatje. Deze zomer ontdekte ik gelukkig dat je ook in je gedachten heel goed ‘in het moment’ kunt zijn. Dat ging zo:

Lang geleden, toen mijn kinderen nog klein en schattig waren, zorgde ik een beetje voor de schooltuin. Op vrije dagen of in de avonduren trok ik zo nu en dan met een fietskar vol kinderen en tuingereedschap naar de vrijeschool. En terwijl de kinderen zich vermaakten op het plein trok ik onkruid uit. Ik gaf bomen wat extra water bij grote droogte (best een gedoe, omdat ik altijd ruzie had met het buitenkraantje, dus dat water dan in mijn kar meenam van huis). En ik plantte hier en daar mooi bloeiende, vaste planten. Best zwaar werk, maar ik werd er wel blij van om zo mijn steentje bij te kunnen dragen.

Op een zomer zaaide ik stokrozen onder de ramen van de hogere klassen. Ik verheugde me erop hoe de prachtige bloemen voor het raam omhoog zouden groeien en vond het jammer dat dat nog twee jaar zou duren, want stokrozen bloeien het eerste jaar nog niet. En terwijl ik daar zo stond, zag ik ineens voor me hoe ook een vrijeschoolleraar de hele tijd ‘zaadjes’ in de klas uitstrooit. Met al die manieren om te leren die worden aangeboden. Al die verschillende vaardigheden. De kennis, de verhalen. Alles wat een vrijschooljuf of -meester de kinderen aanbiedt om mee te nemen in het leven. Daarvan zie je ook pas veel later wat wortel heeft geschoten, bij wie het tot bloei komt.

Het was een bijzonder moment, dat zich in mijn hart grifte. Ik zie me daar nog staan zaaien op die zonnige zomerdag. En ik denk er regelmatig aan terug. Niet altijd met vreugde, want mijn geduld werd wel heel erg op de proef gesteld. De gezaaide stokrozen werden keurig eenjarige plantjes, maar groeiden dat stadium nooit voorbij. Elk jaar gaf ik ze extra aandacht, zaaide nieuwe zaadjes, goot wat extra water uit. Maar het was gewoon niet zonnig genoeg op de plek waar ik ze zo graag had willen hebben. De planten groeiden wel, maar bloei zat er niet in. Geen mooie rozen voor de kinderen, al mijn moeite leek voor niets!

Mijn kinderen veranderden van school, de vrijeschool verhuisde zelf ook en deze zomer werd het oude schoolgebouw gesloopt. Op Facebook zag ik dat je planten uit de tuin mocht meenemen voor de werkzaamheden zouden beginnen. En toen ik ging kijken, stonden mijn ‘eenjarige’ plantjes er nog steeds! Ik nam de dapperste volharders mee naar huis. Ik plantte ze bij mijn voordeur, vol op het zuiden. En ja hoor, daar begonnen ze te groeien en te bloeien dat het een lieve lust was!

Elke keer dat ik mijn voordeur binnen ga, geniet ik nu van de prachtige bloemen. Ons huis zag er nog nooit zo feestelijk uit. En als ik mijn stokrozen zie, dan zijn het niet alleen maar rozen. Ik voel ook het plezier waarmee ik iets moois voor de kinderen wilden plannen. De teleurstelling toen er maar geen prachtige bloemen voor het klasraam groeiden. De des te diepere vreugde dat het nu toch nog goedkomt. En ik verheug me op de zaadjes die ik straks kan oogsten. Omdat ik ze dan weer uit kan zaaien (ja, nu natuurlijk alleen maar op zonnige plekken). Ik kijk uit naar de nieuwe rozen die er zullen bloeien en misschien zelfs wat kinderharten opvrolijken met hun prachtige kleuren.

En zo verbinden de stokrozen van vandaag mijn heden, verleden en toekomst met elkaar. In het hier en nu geniet ik van het grotere plaatje. Hoeveel fijner dan mindful is dat 😀