Categorie archieven: Talent

Picture perfect

Mijn telefoon is kapot. Het scherm blijft zwart en reageert niet, alleen de timer doet het nog. Gelukkig had ik ook een gouwe ouwe liggen, die met zo’n 10.000 barstjes in het scherm nog best aardig werkt. Dus ik kan nog even vooruit. De telefoon die stuk is, was verzekerd. Ik mag hem opsturen voor reparatie. En nu wacht mijn hele gezin met smart tot de batterij leeg is: ik wil de telefoon pas op de post doen als de timers niet meer afgaan, en het alarmdeuntje gaat iedereen door merg en been. Om dat zo snel mogelijk uit te kunnen zetten, sleep ik nu dus twéé telefoons met me mee. Eén mooie maar onbruikbare en één afzichtelijke die het doet. Daar gaat mijn voornemen om minder te ’telefonen’…

Ik heb mijn ouwe barstige telefoontje overigens lief als mezelf, want op mijn 48e ben ik zelf ook zo florissant niet meer. Het was heus geen overbodige luxe dat ik gisteren naar de schoonheidssalon toog. Toch was ik er niet voor mezelf. Ik had een cadeaubon liggen van schoonheidssalon Beauty Outline in De Koog. Ik hoor daar al jaren goede dingen over en mijn jongste kind wilde er graag naartoe sinds ze er met een verjaardagspartijtje was geweest. Dus het leek me leuk en handig om er op mijn heerlijk visitevrije verjaardag met mijn kinderen te gaan kijken. Eigenlijk wilden mijn jongste dochter en ik graag in de fish spa, maar die boeking werd geannuleerd omdat er nu geen visjes zijn. De afspraak van mijn oudste bij de kapper ging gelukkig wel door, dus gistermiddag namen we met zijn drietjes de bus naar De Koog.

Het aanbod van Beauty Outline is immens, maar voor een 11-jarige nog niet zo heel geschikt. En zelf zie ik er sinds noodzakelijke gynaecologische ingrepen op mijn dertigste flink wat jaren ouder uit dan ik ben. Ik denk eigenlijk niet dat een schoonheidsspecialist daar iets tegen kan beginnen. (Hoewel het best mogelijk is dat ik me vergis. Nu ik het hier zo benoem en erop google kan ik eigenlijk niets vinden over eierstokoperaties en vroegtijdige veroudering, ik ga maar eens navragen bij patiëntenvereniging Olijf of het verband dat ik altijd leg onbekend, onderbelicht of onzin is). In ieder geval zag ik voor mezelf een schoonheidsbehandeling niet echt zitten.

Dat komt misschien ook door het verhaal dat ik ooit las over een schoonheidsspecialiste die een heel mooi jong meisje aannam voor haar schoonheidssalon. Dat meidje zag er prachtig uit maar was vreselijk onhandig, waardoor de klanten in de meest gruwelijke situaties terechtkwamen. De eigenaresse van de schoonheidssalon had dat best in de gaten, maar kon zich er toch niet toe brengen haar klanten weer aan de vaardige handen van haar lelijke personeelslid toe te vertrouwen. Die vrouw werd uiteindelijk zelfs ontslagen meen ik! Heel ontluisterend en aan dit verhaal hield ik vast een lichte achterdocht tegen schoonheidspecialistes over. De moed zonk me in ieder geval heel even in de schoenen toen we bij de schoonheidssalon aankwamen en ik zag hoe mooi de kapster was die mijn oudste kind stond op te wachten. Was ze aangenomen om haar looks of om haar kapperskunde? Maar ik had me geen zorgen hoeven maken. Terwijl ik met mijn jongste mooie oorbellen, haarclips en een prachtige lippenstift uitkoos, onderging mijn oudste een ware metamorfose in de bijzonder vaardige handen van Romy.

Ook zonder visjes was ons bezoekje zeer geslaagd; mijn jongste had plezier, mijn oudste heeft een fijne kapper gevonden en voor die visjes gaan we zeker nog eens terug. Wel leek onze buschauffeur op de terugweg ietwat perplex naar mijn kwistig roze gestifte lippen te staren. Daar moest ik wel een beetje om grinniken. En het is eigenlijk precies waarom ik meestal onopgedirkt door het leven ga. Ik wil helemaal niet dat mensen op mijn uiterlijk letten. Dat leidt maar af van de inhoud. Picture Perfect? Helemaal niet praktisch.

Wachten

Zaterdagmorgen stond ik ineens in de keuken kerstliedjes te zingen met mijn dochter. Zo zat ze te wachten op de trap tot ze opgehaald zou worden voor een weekendje weg, zo klonk daar ineens ‘stille nacht’ door de kamer. Natuurlijk begon ik mee te zingen, ik ben dol op kerstliedjes. We zochten er de tekst bij en gooiden naast elkaar staand bij het aanrecht de ene na de andere bekende melodie de lucht in: “De herdertjes lagen bij nachte”, “nu zijt wellekome”, “er is een kindeke geboren”, “gloria in excelis deo” en mijn allerallerliefste “hoe leit dit kindeke hier in de kou”…

Laatst schreef ik al eens over het verbinden van heden en verleden en hoe bijzonder en fijn dat voelt. Kerstmis is eigenlijk ook zo’n ideaal moment om al die vieringen uit het verleden met het hier en nu en de jaren die nog gaan komen te verbinden. Het maakt deze dagen extra speciaal. Het is ook zo’n universeel feest. Of je nu christelijk bent of niet, iedereen kan zich blij voelen met Kerstmis. Want het is natuurlijk gewoon een feest van hoop. We vieren dan wel de geboorte van Jezus, maar staat hij niet stiekem symbool voor de geboorte van ieder kind? Elke nieuwe baby heeft de wereld nog aan zijn voeten, kan nog uitgroeien tot een messias, een Einstein, een Obama, een Jane Austen of een Beyoncé. Elke nieuwe generatie geeft de mensheid een kans om het beter te doen. Kinderen staan puur en oprecht in de wereld. En dat geeft volwassenen hoop en inspiratie. Het maakt blij.

36815706 – illustration of stickman kids celebrating diversity

Mijn kinderen maken me erg gelukkig. Hoeveel werk het moederschap me ook kostte de afgelopen jaren, hoeveel werk het ook nog is nu ze groter worden (en meestal ook niet het leukste werk), het is heerlijk om ze te hebben. En niet alleen mijn eigen kinderen geven zulke vreugde. Bijna alle kinderen maken me blij. Omdat ze zo eerlijk zijn. Omdat ze nog zo goed om zich heen kijken, zo leergierig zijn, en nog zoveel te ontdekken hebben. Omdat ze zo graag goed willen doen. Zo’n zuiver gevoel voor rechtvaardigheid hebben. En omdat hun verdrietjes nog zo makkelijk op te lossen zijn. Door hun ogen kijk ik zelf ook weer met frisse blik naar de wereld. Ik herbeleef mijn eigen fijne jeugd. En als moeder doe ik heel veel dingen die me ook als volwassene gelukkig maken, zoals dus kerstliedjes zingen!

Ik denk niet dat ik hierin de enige ben. Volgens mij hebben kinderen dat effect op de meeste volwassenen. De kleintjes zijn extra schattig omdat ze zoveel zorg nodig hebben om veilig groot te kunnen worden. En ook veel aandacht. Dat geeft ze houvast in hun latere leven. Zodat ze zelf ook weer hechte banden met andere mensen aan kunnen gaan.

Ik zie wel dat onze schattige kinderen tegenwoordig ‘concurrentie’ krijgen van internet. Als mensen ergens staan te wachten, zijn ze soms helemaal niet meer met (hun) kinderen bezig, maar met hun telefoon. De kinderen hangen er verloren bij of worden afwezig weggewuifd, totdat ze oud genoeg zijn om zelf ook als een zombie op hun telefoon te staren. Ik probeer dit zelf te vermijden. Want dat is niet best hoor. Al dat onderzoek naar de schadelijke effecten van smartphones op onze jeugd is leuk en aardig. Maar het begint natuurlijk met de schadelijke effecten van internettende ouders op de sociale vorming van onze jongste kinderen.

En ik weet het, ik heb makkelijk praten. Ik had die fijne jeugd. Met een vader en moeder die me aandacht gaven in plaats van televisie. En je doet wat je kent. Dus natuurlijk vind ik aandacht voor kinderen heel belangrijk en fijn. En als ik twee volwassenen in een snackbar op hun telefoon zie, terwijl hun schattige peutertje er als een zombie naast zit, vind ik daar wat van. En natuurlijk is dat eigenlijk helemaal mijn zaak niet. Er is vast ook wel aandacht op een ander moment. Toch zeg ik er vandaag iets over. Want stel je voor, Maria en Jozef in de stal, volledig opgeslokt door Instagram. En de drie Koningen geven geen mirre, maar misschien nog net een like vanaf hun Oosterse troon. Zou Jezus in zulke omstandigheden een ‘verlosser’ zijn geworden?

Verrukkelijk

Mijn ouders kunnen allebei heel goed koken. Het is niet hun vak, ze doen het gewoon graag. Al hun hele volwassen leven. En dat proef je! Van romige koningskip met paprika tot de beste spaghetti Bolognese, van Haagse bluf tot chocoladekastanjetaart en Bûche de Noël en van de ultieme tomatensoep naar verrukkelijke vegetarische Ottolenghi-recepten. Het is altijd een verrassing wat ik thuis krijg voorgeschoteld. Maar als ik weet dat ik thuis eet, loopt het water me bij voorbaat in de mond.

Als kind van zulke ouders weet je aanvankelijk niet beter. Dan denk je “bah, spinazie” en hebt geen idee dat de spinazie thuis toch heel wat beter smaakt dan wat er op andere keukentafels wordt geserveerd. Misschien dat ik daarom niet graag kook. Als je opgroeit, ontdek je dat jouw eigen spinazie niet deugt. En dat ik weet wat er mist, heeft op de een of andere manier bij mij nooit geleid tot een zoektocht naar mijn eigen culinaire walhalla. Zo is het bij mijn ouders denk ik wel begonnen. Ik heb de indruk dat die in hun jonge jaren avond aan avond nieuwe recepten probeerden. Nu eens de een, dan de ander, soms samen. En tsja, oefening baart kunst. Als je iets heel vaak doet, word je er goed in. Niet vanzelf, juist door vallen en opstaan.

Dan is er ook nog zoiets als aanleg. Want dat mijn moeder goed kan koken, snap ik best. Ze is heel handig en praktisch van nature. In een banketbakkerij geboren. En haar eigen moeder kon ook erg lekker koken. Eten was belangrijk bij haar thuis. Er was altijd genoeg, het smaakte altijd goed. En ja, als je dan verliefd wordt op een man die het bijzonder waardeert als het lekker smaakt wat je op tafel zet, dan is dat natuurlijk ook een geweldige stimulans om je kookkunsten te perfectioneren. Niets dankbaarder dan het tevredenstellen van een kritische eter.

Mijn vaders kooktalent ligt wat minder voor de hand. Hij is te verstrooid om uitgesproken handig te zijn. En beslist niet praktisch. Wel groeide hij op boven de groentewinkel van zijn opa. Daardoor weet hij precies wanneer groente op zijn best is. En wat de lekkerste aardappelen zijn. Maar zijn moeder kon echt niet goed koken. Haar talent om eten aan te laten branden sloeg een generatie over en nestelde zich tevreden in mij. Spruitjes, boerenkool, rijst, aardappels, pannenkoeken, macaroni, ik krijg het allemaal regelmatig zwartgeblakerd uit de pan (nu ik er over nadenk, heb ik eigenlijk alleen bij oranje en rode groentes redelijk succes. Wortels en bietjes gaan altijd goed?). En ik serveer net als mijn oma soms te weinig eten. Dat gebeurt mijn ouders eigenlijk nooit. Misschien omdat hun tafel altijd vol staat met talloze lekkere kleine bijgerechtjes.

Mijn ouders koken heel verschillend. Mijn vaders appelmoes is glad als gesmolten goud, die van mijn moeder robuust met stukjes appel en rozijn. Allebei heerlijk, al vinden ze die van de ander natuurlijk allebei te min :). Mijn moeder heeft heel veel kookboeken, volgt de recepten trouw. Ze kookt met de seizoenen mee en maakt een feestje van verjaardagen en alle mogelijke vieringen.

Vroeger bakte ze wel eens een taart voor een jarige vriendin en dan een kleintje erbij voor ons. Want het is natuurlijk niet eerlijk als de hele keuken naar appeltaart geurt en jij er niets van mag! En ze maakte een plaatkoek of shortbread voor de hele school als we musical hadden. Tegenwoordig bakt ze iets lekkers als de kruidentuin open dag heeft. Verrukkelijke taarten voor mijn tigste trouwdag. En vaak neemt ze zelf lekker eten mee als ze op bezoek komen.

Mijn vader kookt meer intuïtief en bij vlagen. In het asperge seizoen wacht hij bijvoorbeeld tot de perfecte asperges in de winkel liggen, haalt de beste ham bij de slager, zoekt de mooiste aardappels uit en tovert een feestmaaltijd uit de pan, gewoon omdat zijn hoofd ernaar staat. Ze wonen ver weg, dus tegenwoordig loop ik deze onverwachte culinaire hoogstandjes vaak mis. Soms komt hij gelukkig ook wel eens iets lekkers bij ons koken. Zo toverde hij vorig jaar een hemels gerecht uit mijn Crockpot met het verse varkensvlees van hoeve St. Willibrord, het recept met brood en feta uit Smaken van de Griekse Zagori (dat ik hem ooit voor zijn verjaardag gaf) en de ingrediënten die er in mijn beperkte keuken toevallig voorhanden waren.

Mijn hele gezin geniet van het lekkere eten dat mijn ouders op tafel toveren. Jammer genoeg zet ik hen zelf bijna nooit iets echt verrukkelijks voor. Ik ben te verstrooid, buitengewoon onhandig. En als het erop aankomt, vind ik koken gewoon niet leuk genoeg. Ik kan het een beetje, want mijn ouders hebben hun best gedaan het me te leren. Maar ik hou er niet van. En ik heb het mijn kinderen tot dusverre ook niet of nauwelijks bijgebracht. Ik troost me met de gedachte dat het best heel goed mogelijk is dat die als ze eenmaal op eigen benen staan het kookplezier van hun grootouders in zichzelf ontdekken.

En misschien, misschien, is het zelfs voor mij nog niet te laat? Mijn man kookt op het moment niet of nauwelijks, dus ik moet elke avond zelf aan de bak. Hoe vervelend ik dat ook vind. Ook bij mij baart oefening kunst, want ik begin eindelijk te leren hoe ik moet voorkomen dat mijn eten aanbrandt. En nu ik snoep en chips probeer te laten staan, stel ik hogere eisen aan wat ik dan nog wel kan eten. Ineens sta ik te variëren bij de spruitjes en verschijnen er zijgerechtjes op de keukentafel. Wie weet, wie weet, of ik vanavond niet zomaar, per ongeluk, alsnog iets heel verrukkelijks eet!