Toen ik dertig jaar geleden in Leiden arriveerde om Russisch te gaan studeren, werd ik op het stationsplein aangesproken door een paar enthousiaste jongeren in jasjes met een rode tomaat erop. Ze vroegen me naar mijn mening (altijd plezierig) en nodigden me uit lid te worden van hun politieke partij.
Eerlijk gezegd had ik tot die tijd wat gezwalkt. Ik mocht voor het eerst ‘stemmen’ tijdens nepverkiezingen op mijn middelbare school en toen had ik (o schande :)) zonder aarzelen voor Bolkestein gekozen. Wat een man, wat een charisma. Later kreeg ik spijt, want hij bleek van alles te willen waar ik tegen was. Na de Bolkestein-episode neigde ik heel even naar GroenLinks, maar in het panel op onze school zat een slecht voorbereide vrouw zoveel beschamende onzin te verkondigen dat ik al mijn vertrouwen in de partij verloor. Weer baseerde ik mijn mening over een partij op een persoon die er aan verbonden was. Wist ik veel. Later leerde ik pas dat je moet kiezen voor een visie of ideologie, niet voor een mens. Als ik kies voor de visie, zijn de keuzes van mijn partij in onverwachte situaties gewoon in lijn met de normen en waarden waar ik me goed bij voel. Zo kom ik niet gauw bedrogen uit.
Maar goed, op mijn achttiende zweefde ik dus nog. Rijp om geplukt te worden door de SP, de partij van de man in de straat. Hoe toepasselijk om dan op straat gerekruteerd te worden! Maar ik voelde me er meteen thuis. Als student Russisch was het natuurlijk interessant voor mij om me te verdiepen in de politieke stroming waar het communisme uit voort was gekomen. Maar de socialistische ideologie stond ook echt wel dicht bij me. Opgegroeid met Sesamstraat was ik voorgeprogrammeerd op samenwerken. En ook op school werd het me met de paplepel ingegoten, want in het Jenaplanonderwijs leer je wel zelfstandig werken, maar staat ‘samen’ overal centraal: samen spelen, samen werken, samen praten, samen vieren. En dat ‘samen’ sluit naadloos aan bij het gedachtegoed van de SP. Dat is gestoeld op drie pijlers: menselijke waardigheid, solidariteit en gelijkwaardigheid. Mensen zijn niet gelijk, maar ze zijn wel gelijkwaardig. Om waardig samen te kunnen leven, vindt de SP dat mensen elkaar moeten helpen en voor elkaar moeten zorgen. Ieder vanuit zijn eigen kracht. En dat vind ik dus ook!
Zo’n 15 jaar was ik SP-lid. Af en toe wat actiever, door te helpen folderen, af en toe passief. Ik stopte toen ons gezin midden in de kredietcrisis naar Texel verhuisde. We gingen van twee banen en één huis naar twee huizen en één baan. We bespaarden waar we maar konden, ook het SP-lidmaatschap ging eraan. En pas in 2018 kwam de partij weer op mijn pad. Dat gebeurde toen Tim en ik in eigen land een weekje op museumreis gingen. We eindigden ietwat onverwacht bij een expositie in het Rijksmuseum over de verzuiling in Nederland.
Natuurlijk wist ik wel dat er vroeger zuilen waren voor katholieken, protestanten, liberalen en socialisten. Maar hier werd ineens een link gelegd tussen katholieken en socialisten (PvdA, SP) en tussen liberalen en protestanten (VVD)! En er werd gesteld dat in onze overwegend niet-gelovige samenleving juist religieuze achtergronden een veel grotere rol spelen dan we zelf in de gaten hebben.
Mijn wereld schudde op zijn grondvesten. Voelde ik me echt thuis bij de SP omdat ik uit een lange lijn van katholieke families stam?!? Ik had er nog nooit van gehoord. Maar als ik mijn eigen leven eens kritisch onder de loep neem, is het best mogelijk dat het katholieke verleden van mijn ouders is doorgesijpeld in mijn opvoeding. Mijn opa van moederskant was Roomser dan de paus. De opa van mijn vader was een van de grondleggers van een katholieke ƙvoorganger van het CDA. En ja, als volwassene trek ik toe naar mensen met een katholieke achtergrond. Ik ben getrouwd met een man die zelf ook uit katholieke families komt. We zijn allebei zonder geloof opgevoed, maar je gaat natuurlijk best eens met je oma naar de kerk. En onze normen en waarden, ja, natuurlijk zijn die verweven met die van onze ouders. En, ach, natuurlijk zijn hun normen en waarden geworteld in het geloof van onze grootouders… Ik denk dus dat er best wel iets in zit. Ook al ben ik ongelovig en vielen mijn ouders van hun geloof ver voor mijn geboorte, het katholieke gedachtengoed heeft me gevormd.
Grappig genoeg maakt deze kennis me vooral toleranter. Ineens begrijp ik wat beter waarom niet iederéén SP stemt. Voor mij spreekt het vanzelf dat mensen die het slecht hebben met geld geholpen moeten worden. Maar is dat niet typisch een katholieke manier van denken? Het ‘aalmoes’-principe, de overtuiging dat je met goede daden of geld je plek in de hemel kunt kopen. Er valt ook best iets te zeggen voor een meer protestante opvatting, bijvoorbeeld dat je ‘minder bedeelden’ in hun kracht moet zetten door ze werk te geven. Trouwens, ik weet allang dat de meeste mensen eigenlijk wel streven naar een betere wereld. De VVD-ers waar ik als zzp’er voor werkte zochten ook naar manieren om bij te dragen aan de samenleving. Liberaal en sociaal? Gewoon twee kanten van dezelfde medaille. En als je het mij vraagt is te veel van het een niet goed, maar teveel van het ander ook niet.
Jammer genoeg lijkt die balans waar ik me fijn bij voel op dit moment niet in de mode. Tolerantie is bij links en rechts ver te zoeken. En het past daar ook eigenlijk wel bij dat dan grote groepen mensen zich niet gehoord voelen. De beste manier om dat op te lossen? Luisteren.
Luister, luister, luister. Voor de mensen aan de macht: ontdek waar de echte schoen wringt. Wat de grootste nood is. Pak dat aan, neem daarmee de enige vijand de wind uit de zeilen. Want we hebben het hier in Europa met elkaar toch best heel goed voor elkaar. Laten we dat vooral zo houden! Voor de hoogopgeleiden die denken dat ze alles beter weten: luister meer. Voor de lager opgeleiden die niet gehoord worden: ga geduldig het gesprek aan buiten je bubbel en hou vol, want de aanhouder wint. Voor alle linkse en rechtse mensen, of ze nou katholiek, socialist, liberaal of protestant zijn: