Spullen
Wie wat bewaart, heeft wat. Mijn ordelijke man kan daarvan meepraten, die deelt al meer dan twintig jaar te volle huizen met me. Ik probeer er ook echt wel wat aan te doen. Maar vorig weekend begreep ik pas hoe diep het probleem eigenlijk zit. Ik ging ergens op bezoek. Mijn moeder was er ook. Allebei hadden we spullen meegenomen voor de gastvrouw. En ineens zag ik mezelf met nieuwe ogen.
Natuurlijk weet ik best dat je andere mensen niet met jouw spullen mag belasten. Van Marie Kondo heb ik geleerd dat je niet moet proberen om dingen die je niet meer wil hebben aan een ander te geven. Je kunt ze wel weggooien. Of je verkoopt, recyclet of ruilt het. Zodat iemand er zelf voor kan kiezen het te bezitten. Ik neem dan ook niets mee wat ik niet meer wil hebben. Nee, ik breng juist mijn schatten. Mijn meest gekoesterde voorwerpen. Precies zoals mijn moeder doet en zoals ook mijn moeders moeder dat zo graag deed.
Dit weekend bracht ik voor mijn nichtje het eerste deel mee van mijn geliefde Franse stripboekenreeks ‘Het Dagboek van Cerise‘, en de overheerlijkste koekjes in mijn favoriete koekjestrommel, en mijn lievelingsspel Forest Shuffle (ik ben meestal geen spelletjesmens maar dit speel ik bijna elke dag) en een pak gelukskoekjes van de Aldi (want hoe leuk is dat!). Al deze spullen bracht ik uit liefde. Ik sleepte ze mee van het hoge noorden naar het zuiden van het land, omdat ik het plezier wat ze me brengen zo graag met haar wilde delen. Maar toen mijn moeder gelijktijdig iets soortgelijks deed, zag ik ineens de fout in mijn goede bedoelingen. Het was te veel, veel te veel. En vooral ook: veel te veel op spullen gericht.
Ik las ergens “het is mogelijk van spullen te houden zonder ze te willen hebben”. Daar mag ik wel een persoonlijke mantra van maken, met als vervolgzin “het is mogelijk van spullen te houden zonder ze aan een ander te willen geven” en als nadrukkelijke slotzin “het is mogelijk van mensen te houden zonder ze spullen te willen geven”.
Vandaag valt volgens mijn grote boek van de astrologie in de week van de onafhankelijkheid. Ik ga me dit weekend dus maar eens losmaken van al die spullen. Te beginnen met de bakken vol kleding die ik bewaar voor potentiĆ«le rampscenario’s. Die strenge winter bijvoorbeeld die in mijn hoofd natuurlijk net gaat komen als de gasvoorziening uitvalt. Het gevolg: twee dozen wollen truien die niemand wil dragen. En dan al die kleren waar mijn jongste te groot voor is. Ik bewaar ze krampachtig met het idee dat er straks misschien ineens een klein meisje in nood opduikt dat er heel blij van wordt. De verkleedkleren die mijn kinderen met de beste wil van de wereld niet meer passen gaan ook de deur uit. En dan zijn daar nog vele bewaarboxen vol reservekleding…
Dat wordt de grootste uitdaging. Want ik hou niet van nieuw kopen. Ik geef niet om mode en uiterlijk. En ik wil niet weggooien. Ik wil duurzaam leven. Maar duurzaam is meer dan bewaren. Het gaat er ook om me te redden met minder spullen. Een stukje ‘veiligheid’ los te laten. Want wat heb ik nou echt te verliezen? Als er iets stuk gaat, kan ik dat bijna altijd tweedehands terugkopen in de kringloopwinkel. En datzelfde geldt voor kleding. Afgelopen dinsdag ontmoette ik op de tweedehands kledingmarkt van drie tienermeiden een stijlvolle dame die vertelde dat ze alleen nog maar tweedehands kleren draagt. Ik vond het echt een eye opener, want ze was heel mooi gekleed. Tot nu toe mixte ik nieuwe en tweedehands kleren, maar ik ga haar voorbeeld volgen en stap op tweedehands over. Dan kan ik meteen ook mooi een capsule wardrobe samenstellen.
O, kijk, daar ben ik dan stiekem alweer bij het kopen van spullen aangeland. Daar ben ik duidelijk nog niet aan toe. Nee, ik trap er niet meer in! Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Vandaag laat ik alleen maar spullen los.