Tag archieven: reizen

Frisse start

Op 1 januari nam ik een Nieuwjaarsduik in het openbaar vervoer. Het begon al hilarisch toen mijn enige medereiziger opleefde uit zijn zombiestaat en in het centrum van Den Burg de bus uitstapte met een sympathiek maar om half acht ’s ochtends volkomen misplaatst “Fijne avond gast! Rustig aan!” na een korte aarzeling nog gevolgd door “Maar niet te rustig…”

Hoewel de wind hard zijn best deed roet in het eten te gooien, bracht de chauffeur me vervolgens rustig maar niet té rustig aan, dus keurig op tijd, bij de veerhaven. Ik was ongetwijfeld de eerste klant van 2025 die de wachtruimte binnenstapte, de eerste die daar een kopje koffie nam en de eerste passagier die naar de voetgangersingang van de boot wandelde in het nieuwe jaar. Want ik nam de eerste boot naar de overkant en zag verder alleen een handjevol auto’s staan wachten tot ze de boot op mochten.

We wachtten extra lang, want de brug kwam niet naar beneden om tien voor 8. En ook niet om vijf voor 8 en volgens mij ook niet om 8 uur. Maar dat laatste weet ik niet zeker, omdat ik met mijn slaperige hoofd (het was natuurlijk toch best laat geworden met oud en nieuw) mijn telefoon in de oplader had laten liggen. Ik had dus ook geen idee of de boot uit de vaart was en draaide me om zodat ik de wachtende auto’s in het oog kon houden. Als die weg zouden rijden, kon ik beter terug naar de wachtruimte. Ik draaide net op tijd om een man met een felgeel TESO-jasje tegen de wind in weg te zien fietsen. Niet naar de auto’s, maar blijkbaar naar dat stenen gebouwtje er iets verder vanaf. Hij deed mogelijk iets belangrijks, want na vijf minuten gingen de slagbomen, die flink hadden staan schudden in de wind, naar beneden. En even later kwam dan toch ook de brug omlaag.

Ik wandelde als eerste passagier in het nieuwe jaar de boot op en als eerste voetganger in Den Helder tegen half negen de boot weer af. Best leuk, zo op Nieuwjaarsdag op pad in zo’n stille wereld, dacht ik nog. Maar het lachen verging me in Den Helder, waar de eerste trein naar Utrecht pas om 9.34 uur bleek te gaan. De hele stad was nog in diepe rust, er zat alleen een stelletje op de grond in het NS-gebouw. Daar wilde ik toch echt liever niet een uur bij rondhangen! Maar gelukkig kwam toen net de bus naar Hoorn aanrijden. De chauffeur was ook nog een bekende van mijn man, die me rustig door de polders naar Hoorn reed en de nog steeds woest waaiende rukwinden geen schijn van kans gaf. Het is prachtig om zo door de lege kop van Noord-Holland te rijden. Ik kwam voor het eerst in mijn leven door Wieringerwerf, waar een vriendelijke Albert Heijn gewoon open was en de straat een gezellig aanzien gaf, en langs andere dorpjes waar ik nog nooit van had gehoord.

Als ik dan zo in een bijna lege bus zit, kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat reizen met de bus zijn langste tijd gehad heeft. De bussen rijden zo weinig en zijn dan toch vaak nog leeg. Op Texel ook, als er geen toeristen zijn. Maar toen ik afgelopen jaar een keer in Noord-Brabant met de bus ging, reden de stads- en streekbussen elke tien minuten en ze zaten allemaal vol. Weten mensen het openbaar vervoer soms beter te vinden als de bussen vaker gaan?

Op het station in Hoorn werd ik aangesproken door een bedelaar. Maar de verkoopster in de kiosk was zo geagiteerd (“hij probeerde iets te pikken!” siste ze me verontwaardigd toe) dat ik er niet over piekerde hem iets te geven. Natuurlijk vroeg ik me vervolgens tot de trein kwam af of hij soms erge honger had en ik juist wat te eten voor hem had moeten kopen. Maar dat deed ik toch maar niet, want ik had net de hoofdprijs betaald voor mijn bus-oplossing (dat is veel duurder dan reizen met de trein en leverde me eigenlijk nauwelijks tijdswinst op. Ik had de bus vooral gepakt omdat het fijner is onderweg te zijn in een warme bus dan een uur te moeten wachten in het donker in de kou). Gelukkig herkende de bedelaar me en liep hij met een boog om me heen toen hij het perron opkwam om de wachtende passagiers aan te spreken. En voor ik het wist was daar de trein richting Maastricht en zoefde ik naar Utrecht (wind? welke wind?).

Met rode oortjes las ik in de trein over de escapades van een sekstoerist in Thailand. “Misschien wel de meest bijzondere liefdesroman van de laatste tijd” stond er op de achterkant, dus die had ik even niet zien aankomen. Vroeger wilde ik de boeken van Houellebecq niet lezen, ik vond zijn naam zo pretentieus (zot eigenlijk he, maar nu ik weet dat het een pseudoniem is vind ik dat eigenlijk wel grappig en slim van hem). Een paar jaar geleden vond ik zijn roman Serotonine prachtig (echt een eyeopener over boeren en Europese landbouwrichtlijnen) en dit Platform blijkt ondanks de schokkende stukken toch ook wel weer de moeite waard. Om 11 uur was ik in Utrecht en om kwart voor twaalf op mijn plaats van bestemming, waar ik twee heerlijke uren vertoefde voor ik om kwart voor twee weer blij en tevreden aan mijn thuisreis begon.

Alles leek bij deze nieuwe duik in het openbaar vervoer voorspoedig te verlopen, al was het wel erg druk in de trein. Niet alleen tot Amsterdam, zoals gewoonlijk, maar de hele reis. Gelukkig bleek het meisje dat naast me kwam zitten een ervaren reizigster, ze verhuisde zodra er wat meer plek kwam. Dat voelt dan altijd wat cringe, maar het reist toch echt het prettigste zonder een vreemde naast je. Dat geldt voor iedereen (zelf verhuis ik altijd zodra het kan. Aanvankelijk steeds met een lichte aarzeling of het wel aardig was om te doen, maar er kwam een keer een meisje naast me zitten dat niet verhuisde toen de coupé na Amsterdam was leeggelopen en dat was echt heel erg frustrerend (wist je dat eerstejaars studenten psychologie wel eens de opdracht krijgen om expres in een lege coupé of bus op een stoel naast iemand te gaan zitten? Echt ploertig als je het mij vraagt).

Bij Alkmaar kwam de conductrice met slecht nieuws. De trein reed maar tot Anna Paulowna. Vanaf dat moment tot onze voortijdige eindbestemming werden we via de intercom nauwgezet op de hoogte gehouden van de pogingen van de conductrice om bussen te regelen vanaf Anna Paulowna. Hilarisch was dat ze wel allerlei informatie deelde die volstrekt niet relevant voor ons was: “Misschien lukt het, sorry voor al het ongemak!”; “Bussen zijn toegezegd, maar we weten het nog niet zeker, heel vervelend voor u allemaal!”; “Er komen vier bussen, maar er zijn nog geen chauffeurs gevonden, want het is nieuwjaar”; “U kunt ook uitstappen in Schagen, maar die bus rijdt wel via ’t Zand”. En op de valreep, bij aankomst in Schagen: “Er staat om half vier een bus in Anna Paulowna voor u klaar”. Het was toen ze dat aankondigde om precies te zijn 15.37 uur maar blijkbaar had de conductrice het te druk om op de klok te kijken. Ze was dan ook erg teleurgesteld toen haar bus van half vier er bij aankomst in Anna Paulowna al niet meer stond. Maar ondertussen vergat ze dus wel de meest relevante informatie te melden. Bijvoorbeeld waarom de trein niet verder reed. Dat bleek uiteindelijk een gebroken bovenleiding te zijn, had de wind toch nog roet in het eten gegooid. En terwijl we in de stilstaande trein in Anna Paulowna zaten te wachten op de volgende NS-bus, vergat ze ook te vermelden dat we pas in Den Helder uit moesten checken. Dat riep ze ons nog na toen we (natuurlijk allemaal net keurig uitgecheckt) in Anna Paulowna de NS-bus inklommen.

De communicatie was voor verbetering vatbaar. Maar misschien ook eigenlijk wel niet. Want ik merkte dat ik de conductrice een warm hart toedroeg toen ze terug rende naar haar trein. De voortdurende intercomberichten waren soms misschien een beetje storend geweest, maar het was vooral toch ook heel fijn dat ze zo met ons reisongemak begaan was geweest en zo haar best had gedaan de ellende tot een minimum te beperken. En conducteurs zijn best vaak een leuk element als je op pad gaat. Ons gezin haalt nog regelmatig tevreden herinneringen op aan die jonge man die Den Helder de hele reis enthousiast galmend aankondigde als “De Parel van Noord-Holland”. En nu ik dat zo schrijf, de conducteurs zijn eigenlijk nooit vervelend? Blijkbaar is het echt een beroep voor mensen die van mensen houden.

Met buschauffeurs is dat soms een ander verhaal. Die in Anna Paulowna kwam niet alleen van ver (aldus de conductrice toen we stonden te wachten), hij was naar het aanvankelijke gezwiep van de bus te beoordelen mogelijk ook halverwege van een gezellige nieuwjaarsborrel weggerukt. Ik begon me voorzichtig af te vragen of ik wel heelhuids thuis zou komen, maar hij zette ons uiteindelijk toch veilig in Den Helder af. Toen hij helemaal naar de rotonde bij de watertoren reed, hoopte ik nog even dat hij ons spontaan bij de boot af zou zetten, maar dat mocht niet zo zijn, hij draaide gewoon de rotonde helemaal af en stopte voor het station. Onderweg had ik nog bedacht dat ik de chauffeur de heerlijke koekjes van mijn moeder kon geven als bedankje voor het opofferen van zijn feestdag. Maar ik zat achterin, de boot zou over 10 minuten vertrekken en op het station stonden twee taxi’s te wachten. Dus ik verliet de bus via de achteruitgang en liep achter een jongen en meisje aan naar de taxi’s. We zouden vast wel met een paar bootgangers een taxi kunnen delen, dacht ik nog. Tot mijn verrassing stapte het meisje zonder op of om te kijken in de eerste taxi en vertrok in haar eentje richting de boot (hoe bestaat zo iemand?). De jongen moest een hele andere kant op. Dus toog ik toch maar te voet richting de volgende boot. Had ik de gestaag stromende regen al vermeld?

Gelukkig is mijn Tenson-jas heel goed tegen regen en wind bestand. Als je geen rijbewijs hebt, ben je natuurlijk altijd op slecht weer gekleed (en tweedehands werkt Tenson net zo goed). Toen ik bij de Helderse bibliotheek de hoek om sloeg, kwam me een gestage stroom auto’s tegemoet van de boot. “Wat een volle boot” dacht ik nog. En toen ik tien minuten later Willemsoord afwandelde voor het laatste stukje naar de warme TESO-restauratie, zag ik tot mijn stomme verbazing nog maar net de laatste auto van de boot wegrijden. Zo’n lange rij auto’s had ik nog nooit gezien! Later hoorde ik dat de boot nasr Yexel vanwege de storm een flink deel van de dag uit de vaart was geweest. Daar was ik dan toch maar mooi omheen gereisd vandaag.

Wachtend op de volgende boot, kocht ik een oranje coffee-to-go-mug. Hij kostte € 14,95 maar elke keer dat ik nu koffie of thee drink bij de TESO, krijg ik 50 cent korting! Een mooie investering voor het nieuwe jaar, hoop ik. Nu nog onthouden dat ik hem mee moet nemen als ik op pad ga…

Toen ik op Texel weer in bus 28 stapte, was daar ook de man die vloekend en tierend de trein in Anna Paulowna had verlaten en de hele busreis naar Den Helder woest mompelend in het gangpad had gestaan. Bij het instappen in Anna Paulowna riep hij tot mijn verbazing “Ga maar voor! Ga maar voor! Ik blijf wel staan.” En al was er meer dan genoeg plaats in de bus, hij had daadwerkelijk de hele rit naast twee lege stoelen staan vloeken. Nu mopperde hij niet meer gelukkig. Het comfort van de TESO of de aankomst op Texel hadden hem kennelijk goed gedaan. Ik hoor net van mijn dochter dat de scholieren van Ameland of Terschelling op een bijeenkomst voor Waddenjongeren klaagden over hun hoge bootkosten, een enkele reis kost per voetganger twintig euro, en dat is met korting! De Texelaars klaagden over onze ene lijnbus en de Texelhopper, maar wij mogen toch best wel van geluk spreken met € 2,50 voor een retourtje (en die fijn korte overtocht).

Toen ik om vijf over zes bij mijn bushalte uitstapte, stond daar mijn hele gezin onder paraplu’s op me te wachten. “Duurt te lang” zongen ze “Ik sta hier al een tijdje, duurt te lang”. Gelukkig was dat helemaal niet waar. Ik had weliswaar mijn telefoon thuis laten liggen, maar via de tag in mijn portemonnee (omdat ik die zo vaak kwijt ben) had mijn man precies kunnen zien hoe laat ik bij de boot was. We liepen gezellig naar huis, waar warm eten op me wachtte en een grote berg huishoudelijk werk die ik met frisse moed te lijf ging.

Reizen met het openbaar vervoer duurt lang., Het gaat bijna altijd met vervelende hobbels gepaard. Maar je ontsnapt wel even aan de dagelijkse saaie karweitjes. Het was ook een echt zegen dat ik mijn telefoon was vergeten. Ik kon niets regelen, niemand spreken en dus had ik alle tijd aan mezelf. Ik heb genoten van mijn boek. En ik heb mijn gouden gewoontes afgestoft, kritisch bekeken en in nieuwe actieplannen gegoten. Zo begin ik dan toch echt met een frisse start aan het nieuwe jaar.