Verrukkelijk
Mijn ouders kunnen allebei heel goed koken. Het is niet hun vak, ze doen het gewoon graag. Al hun hele volwassen leven. En dat proef je! Van romige koningskip met paprika tot de beste spaghetti Bolognese, van Haagse bluf tot chocoladekastanjetaart en Bûche de Noël en van de ultieme tomatensoep naar verrukkelijke vegetarische Ottolenghi-recepten. Het is altijd een verrassing wat ik thuis krijg voorgeschoteld. Maar als ik weet dat ik thuis eet, loopt het water me bij voorbaat in de mond.
Als kind van zulke ouders weet je aanvankelijk niet beter. Dan denk je “bah, spinazie” en hebt geen idee dat de spinazie thuis toch heel wat beter smaakt dan wat er op andere keukentafels wordt geserveerd. Misschien dat ik daarom niet graag kook. Als je opgroeit, ontdek je dat jouw eigen spinazie niet deugt. En dat ik weet wat er mist, heeft op de een of andere manier bij mij nooit geleid tot een zoektocht naar mijn eigen culinaire walhalla. Zo is het bij mijn ouders denk ik wel begonnen. Ik heb de indruk dat die in hun jonge jaren avond aan avond nieuwe recepten probeerden. Nu eens de een, dan de ander, soms samen. En tsja, oefening baart kunst. Als je iets heel vaak doet, word je er goed in. Niet vanzelf, juist door vallen en opstaan.
Dan is er ook nog zoiets als aanleg. Want dat mijn moeder goed kan koken, snap ik best. Ze is heel handig en praktisch van nature. In een banketbakkerij geboren. En haar eigen moeder kon ook erg lekker koken. Eten was belangrijk bij haar thuis. Er was altijd genoeg, het smaakte altijd goed. En ja, als je dan verliefd wordt op een man die het bijzonder waardeert als het lekker smaakt wat je op tafel zet, dan is dat natuurlijk ook een geweldige stimulans om je kookkunsten te perfectioneren. Niets dankbaarder dan het tevredenstellen van een kritische eter.
Mijn vaders kooktalent ligt wat minder voor de hand. Hij is te verstrooid om uitgesproken handig te zijn. En beslist niet praktisch. Wel groeide hij op boven de groentewinkel van zijn opa. Daardoor weet hij precies wanneer groente op zijn best is. En wat de lekkerste aardappelen zijn. Maar zijn moeder kon echt niet goed koken. Haar talent om eten aan te laten branden sloeg een generatie over en nestelde zich tevreden in mij. Spruitjes, boerenkool, rijst, aardappels, pannenkoeken, macaroni, ik krijg het allemaal regelmatig zwartgeblakerd uit de pan (nu ik er over nadenk, heb ik eigenlijk alleen bij oranje en rode groentes redelijk succes. Wortels en bietjes gaan altijd goed?). En ik serveer net als mijn oma soms te weinig eten. Dat gebeurt mijn ouders eigenlijk nooit. Misschien omdat hun tafel altijd vol staat met talloze lekkere kleine bijgerechtjes.
Mijn ouders koken heel verschillend. Mijn vaders appelmoes is glad als gesmolten goud, die van mijn moeder robuust met stukjes appel en rozijn. Allebei heerlijk, al vinden ze die van de ander natuurlijk allebei te min :). Mijn moeder heeft heel veel kookboeken, volgt de recepten trouw. Ze kookt met de seizoenen mee en maakt een feestje van verjaardagen en alle mogelijke vieringen.
Vroeger bakte ze wel eens een taart voor een jarige vriendin en dan een kleintje erbij voor ons. Want het is natuurlijk niet eerlijk als de hele keuken naar appeltaart geurt en jij er niets van mag! En ze maakte een plaatkoek of shortbread voor de hele school als we musical hadden. Tegenwoordig bakt ze iets lekkers als de kruidentuin open dag heeft. Verrukkelijke taarten voor mijn tigste trouwdag. En vaak neemt ze zelf lekker eten mee als ze op bezoek komen.
Mijn vader kookt meer intuïtief en bij vlagen. In het asperge seizoen wacht hij bijvoorbeeld tot de perfecte asperges in de winkel liggen, haalt de beste ham bij de slager, zoekt de mooiste aardappels uit en tovert een feestmaaltijd uit de pan, gewoon omdat zijn hoofd ernaar staat. Ze wonen ver weg, dus tegenwoordig loop ik deze onverwachte culinaire hoogstandjes vaak mis. Soms komt hij gelukkig ook wel eens iets lekkers bij ons koken. Zo toverde hij vorig jaar een hemels gerecht uit mijn Crockpot met het verse varkensvlees van hoeve St. Willibrord, het recept met brood en feta uit Smaken van de Griekse Zagori (dat ik hem ooit voor zijn verjaardag gaf) en de ingrediënten die er in mijn beperkte keuken toevallig voorhanden waren.
Mijn hele gezin geniet van het lekkere eten dat mijn ouders op tafel toveren. Jammer genoeg zet ik hen zelf bijna nooit iets echt verrukkelijks voor. Ik ben te verstrooid, buitengewoon onhandig. En als het erop aankomt, vind ik koken gewoon niet leuk genoeg. Ik kan het een beetje, want mijn ouders hebben hun best gedaan het me te leren. Maar ik hou er niet van. En ik heb het mijn kinderen tot dusverre ook niet of nauwelijks bijgebracht. Ik troost me met de gedachte dat het best heel goed mogelijk is dat die als ze eenmaal op eigen benen staan het kookplezier van hun grootouders in zichzelf ontdekken.
En misschien, misschien, is het zelfs voor mij nog niet te laat? Mijn man kookt op het moment niet of nauwelijks, dus ik moet elke avond zelf aan de bak. Hoe vervelend ik dat ook vind. Ook bij mij baart oefening kunst, want ik begin eindelijk te leren hoe ik moet voorkomen dat mijn eten aanbrandt. En nu ik snoep en chips probeer te laten staan, stel ik hogere eisen aan wat ik dan nog wel kan eten. Ineens sta ik te variëren bij de spruitjes en verschijnen er zijgerechtjes op de keukentafel. Wie weet, wie weet, of ik vanavond niet zomaar, per ongeluk, alsnog iets heel verrukkelijks eet!